dinsdag 14 december 2010

Een retourtje toen Met Marc Klein Essink deel 1

“ Ik doe alleen nog maar wat ik leuk vind”



Marc Klein Essink zette zich eind jaren tachtig op de kaart als de sympathieke en vooral verleidelijke dokter Jan van de Wouden in Medisch Centrum West. De populaire acteur werd vrij rap ook succesvol presentator: hij gaf vanaf 1990 jaren lang tonnen weg in de 100.000 Gulden Show, later de Staatsloterijshow. Tot 2005, het jaar dat hij de pensioengerechtigde leeftijd eigenhandig terugbracht naar 45. Maar Marc, inmiddels 50, zit niet stil. “Wat ik doe, mag alleen niet meer het label ‘carrière’ dragen.”



Aan nagenoeg het eerste huis achter de grote kerk in het pittoreske Monnickendam, onder de rook van onze hoofdstad, hangt een bord: te koop. “Het is veel te groot voor met z’n tweeën,” legt Marc uit terwijl hij honing door zijn thee roert. Het bord kan er al af, want lang heeft de ruime opgeknapte woning, zelfs in deze tijd, niet te koop hoeven staan. “Ik heb in mijn leven al heel wat huizen verbouwd en verkocht. Meestal bouw ik een huis voor mezelf en verkoop ik het weer zodra ik erop ben uitgekeken. Hoe lang dat duurt? Gemiddeld zo’n twee jaar. Of ik koop er nog een huis bij. Ik ben een bouwer, ik hou ervan om iets te maken, iets in elkaar te zetten. Ik weet nog goed dat mijn vader een boerderij kocht in Friesland, ik was acht. Je kon zowat door de muren heen kijken, dus het moest van nok tot kelder worden aangepakt. Vijf jaar lang gingen we er ‘op vakantie’ om te slopen, hakken en bouwen. Een feestje. Mijn vader was heel makkelijk; vriendjes mochten mee, we kregen gereedschap en mochten groot vuur stoken, het was niet snel te gek bij hem. Zodra iets voorbij is, zakken alle mindere dingen vrij snel naar de bodem en komt al het leuks extra naar boven. Mijn vader is vorig jaar december overleden. Het feit dat iets definitief is afgelopen, maakt mij het meest emotioneel. Met het overlijden van mijn vader is ook die tijd begraven. Ik had opeens nog dingen tegen hem willen zeggen of met hem willen doen. Daarom heb ik een tentoonstelling en een boekje gemaakt met zijn werk – hij was kunstenaar. Ik hield het expres kleinschalig, voor de familie en de mensen in de straat, het nieuws verspreidde zich niet verder dan het Noordhollands Dagblad. Ik weet niet of je het ‘missen’ moet noemen, het is meer een herinnering aan een mooie tijd. Ons gezinsleven was goed. Toen mijn zus op haar 36e overleed, is het nooit meer geworden wat het was. Ik mis die tijd nog steeds. Soms word ik sentimenteel, maar als je je gevoel zo op z’n beloop laat, krijg je een soort zelfgekozen verdriet. Daar hou ik niet zo van.”



Het gezin Klein Essink
“Mijn zoon is nu 21, mijn dochter 16. Ons gezin is een optelsom van wat mijn ex-vrouw Carolien vroeger heel leuk vond thuis en wat ik als prettig ervoer. Je doet je eigen opvoeding eigenlijk gewoon na. Soms dus ook de verkeerde dingen. Nu weet ik: als mijn vader boos werd, had hij in het gros van de gevallen gewoon gelijk. Ik mocht op mijn vijftiende niet naar een feest in Amsterdam. Mijn vrienden wel. Mijn vader dacht: niet doen, want ik weet niet waar Marc terechtkomt. Mijn voordeel was dat mijn kinderen al in Amsterdam woonden. Al heeft het ook als nadeel dat je sneller het gevoel hebt dat ze straatwijs zijn. Maar ze zijn toch vijftien. Toen mijn dochter af en toe ‘kwijt’ was – gewoon bij een vriendinnetje, of rolschaatsen om de hoek – spookten de ergste scenario’s door mijn hoofd. Ik dacht: ik moet haar chippen. Ik had mijn kinderen eigenlijk willen laten opgroeien op een plek met wat meer bos en lommer – en dan doel ik niet op de gelijknamige wijk in Amsterdam. Dat mensen alleen maar bezig zijn met geld verdienen, uit het bedrijf naar buiten stappen en het als iets exotisch zien dat er vogels zijn, vind ik verschrikkelijk. Mijn kinderen kunnen vogels niet van elkaar onderscheiden. Dan gaat er een heel stuk aan je voorbij. Natuur heeft iets heel waars in zich, deint niet mee op de golven van opportunisme of politieke stromingen. Het is zoals het is. Onverbiddelijk. Ik ging wel eens mee naar het schooltuintje van mijn kinderen: een afgepast klein stukje grond met een bordje van wie het was. Ik herinner me nog goed dat ik ook vroeger mijn aardappels uit de grond trok en weer terugstopte. Mompelend: nee, ze moeten nog even.”



Volgende week deel 2 van het interview uit het Nostalgie Magazine! Kijk voor meer informatie over Nostalgie op www.winkelvandenostalgie.nl

Geen opmerkingen:

Een reactie posten